Saskia Wesselius gaat jaarlijks meerdere malen naar Vlieland. Dat heeft een reden, zegt ze. Graag deelt zij haar beeld van Vlieland.

Wanneer hoorde je voor het eerst iets over Vlieland?

Saskia: “Het is mij de eerste 5 jaar met de paplepel ingegoten. Hele zomers zaten wij met familie om ons heen op Kampeerterrein Stortemelk. Op mijn 35e ben ik teruggekeerd en nu ga ik zeker meerdere malen per jaar. Het werkt verslavend.”

Waar denk je aan bij Vlieland?

Saskia: “Aan vrijheid, gezelligheid, gemoedelijkheid en rust. Even geen drukte om mij heen.”

Wat maakt Vlieland tot zo’n heerlijke bestemming om de vakantie door te brengen?

Saskia: “Rust. En dat begint al zodra ik op de boot zit. Hier is alles: bos, zee, strand en een gezellig dorpje. Je kunt er uren heerlijk dolen over het eiland. Mijn kinderen voelen zich hier vrij en veilig.”

Wat moet je gezien of gedaan hebben tijdens een bezoek aan dit eiland?

Saskia: “Er is zoveel waarvan je kunt genieten, maar een bezoek aan het Posthuys is zeker een aanrader. En ga absoluut ook een keer met de Vliehorsexpres naar het drenkelingenhuisje, over de Sahara van het Noorden. Deze staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.”

In welk type accommodatie overnacht je het liefst op Vlieland? En waarom?

Saskia: “Graag zit ik in een woning dicht bij het dorp vanwege alle gezelligheid. Door het jaar heen gaan we graag naar Vlierijck en in de zomer zitten we het liefst in de Dorpsstraat. Je hebt dan de mogelijkheid om zo even lopend een boodschapje te doen. Vooral in de ochtend door de nog stille Dorpsstraat naar bakkerij Westers en bij SPAR een fles verse sinaasappelsap halen.”

Wat vind je van de Vlielander bevolking?

Saskia: “Ik voel me thuis tussen de Vlielanders. Zo ook mijn kinderen, die trekken weer op met de kinderen van Vlieland. Alsof ze thuiskomen, zeggen ze altijd. En de oudste werkt nu zomers bij Badhotel Bruin.”

Wat wil je toekomstige bezoekers meegeven?

Saskia: “Ga je voor de rust, kom dan naar Vlieland. Ga je voor gezelligheid, kom dan zeker ook naar dit fijne eiland. Maar pas op voor het Vlievirus…”

Saskia Wesselius