Bij het woord Vlieland zijn mijn oren gespitst. Vlieland, ‘mijn’ eiland waar ik voor het eerst kwam toen ik nog maar 2 weken oud was. Het mooie, kleine eiland wat rust en vrede uitstraalt en waar het elk jaar weer thuiskomen is.
Vanaf 1985, het jaar waarin ik ben geboren, kom ik op het eiland. Mijn ouders namen mij en mijn broers elke zomer mee naar een huisje op Duinkersoord. Mijn opa en oma waren ook vaste gasten en zaten er dan ook tegelijk met ons. Geregeld kwamen er meer ooms en tantes van de familie op bezoek. De camping was klein, gezellig en overzichtelijk. Vervelen deden we ons nooit. De vaste vakantie gasten / buren kenden elkaar en dat was erg gezellig.
Tenthuis ‘de Alk’
Na een aantal jaren kwam mijn vader op het idee om op Stortemelk zelf een tenthuis te maken. Voorbereidingen werden getroffen en aan de vaste wal werd het tenthuis gemaakt. Met hulp van familie en vrienden kwam in 1996 het tenthuis op Stortemelk te staan. Hij kreeg de naam ‘de Alk’. Toepasselijk vonden wij, we heten van achternaam Alkema!
Helaas hebben we maar 5 jaar van ons tenthuis mogen genieten, mijn vader werd ziek. Na een operatie aan zijn hersentumor kwam hij verlamd in een rolstoel. Hierdoor had mijn vader in 2001 besloten het tenthuis te verkopen. Wij als kinderen waren te jong om elk jaar het tenthuis op en af te breken en om elke keer van andere mensen afhankelijk te zijn vond mijn vader maar niets. Ook kon hij er zelf niet meer van genieten.
Het tenthuis werd verkocht met pijn in ons hart. De nieuwe eigenaar heeft de naam ‘de Alk’ niet veranderd, waar we erg blij mee waren. Zo was het nog een beetje ons huisje. Na die tijd kwamen we minder naar Vlieland. Een vakantie naar het buitenland werd ook interessant. Mijn vader is zelf niet meer naar Vlieland geweest, omdat dat door zijn ziekte niet haalbaar was. In 2012 overleed mijn vader.
“Wanneer komt de toeter mama?”
Mijn broer en ik konden Vlieland niet loslaten, zo ook mijn moeder niet. Mijn broer gaat nu zomers met zijn gezin naar het eiland. Mijn man die Vlieland nog niet kende, is nu helemaal weg van het eiland. We zorgen dat we er elk jaar even heen kunnen, ook al is het maar voor 1 dag. Ook mijn 2 zonen Thijn (5) en Finn (2) vinden het heerlijk!
Waar de pret al op de boot begint. Vooral de toeter van de boot, als klein meisje was ik daar erg bang voor. Nu vraagt Thijn: “wanneer komt de toeter mama?” Hij heeft dan zijn handen al tegen zijn oren. Precies ik van vroeger!
Afgelopen september (2015) zijn mijn moeder, broers en ik, voor het eerst weer samen als gezin een weekend naar Vlieland geweest. We zaten in Strandhotel Seeduyn. Iets wat we nog nooit hadden gedaan, weer samen als gezin (wel het gemis van mijn vader) en in een hotel!
We hebben veel herinneringen opgehaald dat weekend, dingen gedaan die we vroeger deden als kind. De punt om, bij een geul op het strand visjes en garnalen zoeken, klimmen in de duinen, fietsen, cranberry’s plukken en er jam van maken, even weer bij ‘ons’ tenthuisje gekeken, snoepjes kopen in het snoepwinkeltje, naar de vuurtoren, maar dan niet via de trap maar met de fiets het Vuurboetsduin opfietsen tot je niet meer kunt, naar de Vliehors en nog veel meer!
Het was een heerlijk weekend met weer nieuwe mooie herinneringen aan ‘ons’ eiland!
Gineke Valk – Alkema
Wat een mooi en aangrijpend verhaal. Ook mijn kinderen reageerden altijd op de toeter van de boot. Toen mijn jongste dochter nog klein was, wilde ze altijd direct naar de boot als ze hem hoorde. Ook mijn kinderen en man hebben hun hart verpand aan Vlieland.